Als het voertuig of de lading kapot gaat tijdens het rijden op een snelweg en het onmogelijk is om de minimumsnelheid van 80 km/u op een vlakke ondergrond te halen, moet de bestuurder:
Verlaat de snelweg bij de dichtstbijzijnde afrit.
Parkeer het voertuig onmiddellijk op de berm en markeer het als verkeersobstakel.
Verander naar de rijstrook voor langzame voertuigen en blijf op deze rijstrook rijden.