Vermindering van de zichtbaarheid van de weg tot minder dan 300 meter tijdens donkere tijden van de dag, mist, regen, sneeuw en andere natuurlijke fenomenen tijdens het oversteken van de tunnel
Een omstandigheid waarbij een korte bocht, einde van een beklimming, groenvoorziening, wegkantconstructie of wegversperring de zichtbaarheid van de weg zodanig vermindert dat de maximaal toegestane snelheid op dat weggedeelte gevaarlijk kan zijn