Dat buschauffeurs altijd voorrang hebben en op elk moment van een stoeprand kunnen afrijden of van rijstrook kunnen wisselen
Dat buschauffeurs niet verantwoordelijk zijn voor wat er gebeurt met een ander voertuig dat niet meegeeft aan de bus.
Dat andere bestuurders moeten toegeven aan de bus wanneer deze aangeeft om van de stoeprand het verkeer in te gaan in gebieden waar de snelheidslimiet lager is dan 60 km/u of 40 mph.