De bestuurder van een motorvoertuig met een maximaal toelaatbaar gewicht van niet meer dan 3.500 kg, mag alleen in een gemeenschappelijke loods of zelfs langs de kant van de weg staan en parkeren:
Als de veiligheid of continuïteit van het verkeer op de weg niet in gevaar komt.
Als er bij het parkeren vrij is ten minste één rijstrook van minimaal 2 m breed.
Als er bij staan minimaal één rijstrook vrij is van minimaal 2,5m breed.