Een bestuurder die van plan is een manoeuvre uit te voeren, mag deze manoeuvre pas starten nadat hij zich ervan heeft vergewist dat :
Vormt geen bedreiging voor achter, voor en zijwaartse wegdeelnemers die zich in tegengestelde of tegengestelde richting bewegen, rekening houdend met hun locatie, bewegingsrichting en snelheid
Vormt geen bedreiging voor voertuigen die alleen achter of aan de kant rijden, afhankelijk van hun locatie, bewegingsrichting en snelheid