Een bestuurder van een motorvoertuig die verplicht is een draagbare gevarendriehoek te gebruiken, moet deze plaatsen:
Op de berm op een afstand van minimaal 80 m, op de autosnelweg en wegen Ie klasse minimaal 130 m achter het voertuig.
Aan de rand van de weg zodat naderende automobilisten het op tijd en duidelijk kunnen zien en op een afstand van minimaal 50 meter en op de snelweg op minimaal 100 meter achter het voertuig. Ingebouwd -up gebieden de afstand kan kleiner zijn, indien de omstandigheden dit vereisen.
Op elke afstand aan de rand van de weg, zodat deze op tijd duidelijk zichtbaar is voor aankomende chauffeurs.