Hoe moet ik te werk gaan met betrekking tot het gedrag van de bestuurder van het tweewielige voertuig?
Ik moet heel voorzichtig rijden, want deze bestuurder kan op elk moment de rijbaan oprijden.
Ik moet mijn ongenoegen uiten met de piepjes.
Ik moet stoppen, de alarmlichten gebruiken, uit het voertuig stappen en de andere bestuurder eraan herinneren dat het trottoir bedoeld is voor voetgangers.