Indien de bestuurder door een verkeersongeval genoodzaakt is het voertuig te stoppen of te parkeren op een gemarkeerde zebrapad of op een afstand van minder dan 5 m van die oversteekplaats, in de nederzetting, langs
plaats een bord dat een stilstaand voertuig op de weg aangeeft (veiligheidsdriehoek), achter de halte
plaats een bord dat een stilstaand voertuig op de weg aangeeft (veiligheidsdriehoek), achter het stilstaande voertuig, in vert
plaats een bord dat een stilstaand voertuig aangeeft op