Op één station, gelegen op dezelfde hoogte, worden twee verkeerslichten met één knipperend of één knipperend rood of geel verkeerslicht aan één zijde gebruikt :
Spoorwegovergangen, het openen van brugingangen, naderingen van schepen of veerboten, evenals uitgangen van brandweerwagens en plaatsen waar de weg op lage hoogte kruist met een traject van een vliegmachine
Op de rijbanen van de rijbaan waar de rijrichting wordt omgekeerd
Op rijstroken die speciaal zijn bestemd voor het rijden met minibussen