Opbrengst wanneer: smalle weg + obstakel + voertuig dat bergafwaarts gaat, maakt plaats voor heuvelopwaarts.
Antwoord 3 is onjuist omdat voertuig dat bergop gaat, plaatsmaakt voor voertuig dat bergafwaarts gaat<2 >
Waar de weg smal genoeg is om slechts één voertuig te laten rijden en er een plaats is om het voertuig te vermijden, moet het voertuig dat zich het dichtst bij de te vermijden plaats bevindt, de uitwijkpositie ingaan en toegeven aan het andere voertuig.
Voertuigen die bergaf rijden, moeten voorrang verlenen aan voertuigen die bergop rijden; voertuigen met obstakels vooraan moeten voorrang verlenen aan voertuigen zonder obstakels ervoor.
Voertuigen die bergop gaan, moeten voorrang verlenen aan voertuigen die bergaf gaan.