U bestuurt een voertuig met een maximum motorkoppel van 1.500 r.p.m. en met een piekvermogen van 2.000 r.p.m. Bij gebruik van de standaard r.p.m. gesplitst om te schakelen, moet u:
Accelereer tot 1.500 r.p.m., dubbele koppeling en opschakelen.
Versnellen tot 2.000 r.p.m., dubbele koppeling en opschakelen.
Accelereer tot 2.000 r.p.m., dubbele koppeling, laat het motortoerental dalen tot 1.500 r.p.m., en opschakelen.