Antwoord 2 is fout omdat je op de rechterrijstrook moet rijden, niet in een rijstrook met weinig verkeer
Antwoord 3 is fout omdat je op de aangegeven plaats moet stoppen en je auto moet parkeren, niet voor het gemak. goederen
Bestuur het voertuig naar rechts in uw richting; ga in het juiste deel van de weg, in de voorgeschreven rijstrook; stop; parkeer op de juiste plaats.
Het voertuig besturen op het deel van de weg of rijstrook met weinig verkeer.
Stop en parkeer uw auto op een plaats die geschikt is voor de levering van passagiers en goederen.