De bestuurder mag voetgangers niet in gevaar brengen :
alleen als ze oversteken bij de gemarkeerde zebrapad in het dorp .
alleen bij draaien of achteruitrijden .
het oversteken van de weg waarnaar de bestuurder afslaat, bij het afslaan naar een plaats buiten de weg, bij het oprijden en bij het afslaan of achteruitrijden .