De bestuurder van het motorrijtuig is verplicht om :
Vastgemaakt worden aan de stoel tijdens het rijden met een veiligheidsgordel, als de stoel hier volgens een speciale wettelijke regeling verplicht mee is uitgerust .
Op de stoel worden vastgezet met een veiligheidsgordel, als de stoel er volgens een speciale wettelijke regeling verplicht mee is uitgerust, alleen bij het rijden buiten het dorp .