Het slepen van een motorvoertuig op een weg voor motorvoertuigen is alleen toegestaan:
Op de schouder of in de noodstopstrook.
Wanneer het mogelijk is om op een vlakke ondergrond een snelheid te bereiken van minimaal 65 km/u.
Wanneer het voor motorvoertuigen nodig is om het van de weg te verwijderen Het voertuig mag alleen naar de dichtstbijzijnde afrit worden gesleept, waar het de snelweg verlaat.