om het voertuig tot stilstand te brengen voor een verkeerslicht of overweg.
het voertuig tot stilstand te brengen gedurende de tijd die nodig is voor het onmiddellijk op- of afstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen.
om het voertuig tot stilstand te brengen voor een periode die nodig is om persoonlijke of werkproblemen van de bestuurder of passagiers op te lossen.