om het voertuig tot stilstand te brengen voor een periode van niet meer dan 5 minuten.
om het voertuig tot stilstand te brengen om een van de wil van de bestuurder onafhankelijke reden (vóór verkeerslichten, overweg, enz..).
het voertuig tot stilstand te brengen gedurende de tijd die nodig is voor het onmiddellijk op- of afstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen.